Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF7936

Datum uitspraak2008-10-09
Datum gepubliceerd2008-10-13
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Roermond
Zaaknummers88819 / KG ZA 08 - 190
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Aanbesteding gemeentehuis Leudal.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK ROERMOND Sector civielrecht zaaknummer / rolnummer: 88819 / KG ZA 08-190 Vonnis in kort geding van 9 oktober 2008 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ARCHITECTENBUREAU ALBERTS & VAN HUUT B.V., gevestigd te Amsterdam, eiseres, procesadvocaat mr. R.J.M. Hermans, advocaat mr. I.L. Haverkate te Amsterdam, tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE LEUDAL, zetelend te Leudal, gedaagde, advocaat mr. M.G.G. van Nisselroij. Partijen zullen hierna AvH en de gemeente genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding van 5 september 2008, - de mondelinge behandeling op 30 september 2008, - de pleitnota van AvH, - de pleitnota van de gemeente. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. De gemeente heeft voor de nieuwbouw van het gemeentehuis een Europese niet-openbare aanbesteding in de vorm van een prijsvraag voor architectenwerkzaamheden uitgeschreven. 2.2. In dat kader zijn uiteindelijk vijf architectenbureaus, waaronder AvH, geselecteerd om deel te nemen. Aan de deelnemers is op 20 juni 2008 de "Uitnodiging tot deelname Europese aanbesteding prijsvraag architectenwerkzaamheden" (hierna: Uitnodiging tot Deelname) gezonden. 2.3. Onderdeel 3.4.1 van de Uitnodiging tot Deelname luidt: Invulling van en visie op de Massastudie / en overige stedenbouwkundige randvoorwaarden; Hierin moet de Deelnemer verwoorden wat zijn visie is van het te realiseren gemeentehuis in relatie tot de Massastudie en overige stedenbouwkundige randvoorwaarden. De visie is een schriftelijke toelichting op het ontwerp. Bij de beoordeling zullen de volgende aspecten een rol spelen: - Realisatie van het Programma van Eisen binnen de Massastudie en de overige stedenbouwkundige randvoorwaarden; - Uitbreidbaarheid van het gebouw in de toekomst met inachtneming van de massastudie en de overige stedenbouwkundige randvoorwaarden; - Inpasbaarheid in de omgeving. Bij het ontbreken van één van bovengenoemde aspecten worden er voor dit Beoordelingscriterium geen punten toegekend. 2.4. Onderdeel 3.4.2 van de Uitnodiging tot Deelname luidt: Schetsontwerp Het schetsontwerp moet minimaal de volgende onderdelen bevatten (…) Het schetsontwerp wordt getoetst aan de Massastudie/stedenbouwkudnige Randvoorwaarden en het Programma van Eisen. (…) Bij het niet voldoen van het schetsontwerp aan de Massastudie, de andere stedenbouwkundige randvoorwaarden en bij het ontbreken van een van de onderdelen, worden er voor dit Beoordelingscriterium geen punten toegekend. 2.5. Ten behoeve van de nieuwbouw en de aanbesteding heeft de gemeente het “Werkdocument Massastudie en Landschappelijke inpassing” door Heusschen Copier laten opstellen. De tekst van pagina 50 daarvan luidt: De entree van het centrum van Heythuysen wordt gevormd door het knooppunt van de N279, Walk-Dorpstraat. Door dit punt meer cachet te geven wordt in dit model het gemeentehuis gericht op dit knooppunt. De open ruimte voor de kapel en het verzorgingstehuis wordt doorgezet in het plangebied en vormt zo het voorportaal van het gemeentehuis. De overige functies worden op een dusdanige wijze aan het gemeentehuis gekoppeld dat het gebouw de vorm van een hoofdgebouw met vleugels krijgt die allen tezamen een binnenplaats vormen. Door een open doorgang te maken in de as van het gebouw vormt het de verbinding van Heythuysen met het Leudal. Via het voorportaal, loopt men onder het gebouw door, over het binnenplein richting natuurgebied het Leudal. 2.6. Op 3 juli 2008 is aan de vijf deelnemers de eerste Nota van Inlichtingen gestuurd. Deze luidt onder punt 12 als volgt: 12. Wij zijn van mening dat een eerste fase die dient om te komen tot de selectie van een architect voornamelijk gebruikt moet worden om een eigen visie van de architect te stimuleren. Stel dat wij een visie zouden ontwikkelen in dit eerste traject die gaat afwijken van de Massastudie of op zodanige manier anders is, wordt onze visie dan niet beoordeeld? M.a.w. als wij - als architect - van mening zijn dat de uitgangspunten van de massastudie anders uitgelegd kunnen worden en dus niet resulteren in de combinatie van het model ‘Landgoed en Middelpunt’en/of de uitwerking zoals deze op pagina 50 van de massastudie door Heusschen Copier is weergegeven, worden wij dan onbeoordeelbaar verklaard ondanks dat onze visie wellicht van hoge kwaliteit is en tot andere inzichten kan leiden? U krijgt het verzoek niet af te wijken van de vraag. De massastudie geeft de richting en de randvoorwaarden aan. Punt 12 betreft een vraag die door AvH aan de gemeente is voorgelegd en zoals cursief en onderstreept weergegeven door de gemeente is beantwoord. 2.7. Op 11 juli 2008 heeft één deelnemer zich teruggetrokken. 2.8. De deelnemers hebben op 21 juli 2008 tijdig hun schetsontwerpen met de bijbehorende plannen ter beoordeling ingediend, waarna op 4 augustus 2008 de juryuitslag bekend is gemaakt. Bij deze voordracht is AvH op de vierde plaats geëindigd en dus buiten de prijzen gevallen. 2.9. Op 5 augustus 2008 heeft het College van Burgemeester en Wethouders besloten de juryvoordracht over te nemen. 2.10. In het kader van het vervolgtraject, waarin de 3 prijswinnaars hun plannen hebben gepresenteerd en toegelicht en op 25 augustus 2008 hun finale aanbieding van hun ontwerpen hebben ingediend, is uiteindelijk op 26 augustus 2006 de opdracht voorlopig gegund aan winnaar van de tweede prijs in de prijsvraag. 3. Het geschil 3.1. AvH vordert in dit kort geding de gemeente te verbieden de aanbestedingsprocedure voort te zetten, de gemeente te gebieden de onderhandelingen met de drie prijswinnaars met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden, de gemeente te gebieden reeds genomen gunningsbesluiten in te (doen) trekken, de gemeente te verbieden op basis van een reeds genomen gunningsbesluit een overeenkomst te sluiten en tot slot de gemeente te gebieden de onderhavige opdracht opnieuw aan te besteden. 3.2. De gemeente voert verweer. 3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling 4.1. In dit kort geding heeft AvH het besluit van het college van B&W van 5 augustus 2008, op grond waarvan zij is uitgesloten voor voortzetting van de procedure voor gunning van een vervolgopdracht, aangevochten. Zij stelt daartoe dat haar schetsontwerp het enige ontwerp is dat binnen de stedenbouwkundige uitgangspunten van de massastudie is gebleven en dat de ontwerpen van de drie prijswinnaars daar geen van drieën binnen vallen. Zij is dan ook van mening dat zij ten onrechte buiten de prijzen is gevallen. 4.2. De Voorzieningenrechter overweegt als volgt. Hoewel de onderhavige kwestie geen aanbesteding in de eigenlijke zin betreft, hoort de prijsvraag toch thuis in de "normale" aanbestedingsprocedures, aangezien in de algemene richtlijnen van het aanbestedingsrecht is bepaald dat de aanbesteder uit een prijsvraag voortvloeiende opdrachten uit de hand mag gunnen. 4.3. Uit de tekst en samenhang van de Uitnodiging tot Deelname en de overige stukken volgt dat de door de deelnemers ingediende ontwerpen worden beoordeeld door een jury volgens in de Uitnodiging tot Deelname vermelde vijf beoordelingscriteria middels een puntenwaarderingsysteem. Uit de onder 2 weergegeven feiten volgt dat aan de eerste twee beoordelingscriteria niet is voldaan indien het ontwerp niet voldoet aan de Massastudie. 4.4. Uit de hierboven onder 2 weergegeven feiten volgt voorts dat aan de Massastudie is voldaan indien het ontwerp een open doorgang in de as van het gebouw bevat, waardoor men onder het gebouw door, over het binnenplein, richting natuurgebied het Leudal loopt. 4.5. Uit het rapport van de jury blijkt dat de ontwerpen van de drie prijswinnaars niet aan de Massastudie voldoen. Immers, over het ontwerp van AGS Architecten & Planners stelt de jury in haar rapport (onderdeel 5.1) dat ‘er sprake is van een compacte bouwwijze met een plein aan de rotonde en een omsloten patio naar het achterliggende Leudal.’. Over het ontwerp van Van Aken architecten stelt de jury (onderdeel 5.2 van haar rapport) dat ‘de uitgangspunten van de massastudie en landschappelijke inpassing anders zijn vertaald’. Ten aanzien van het ontwerp van Penta Architekten stelt de jury (onderdeel 5.4 van haar rapport) dat ‘de uitgangspunten van de massastudie en de landschappelijke inpassing zijn vertaald (…) tot een compacte bouwwijze’. 4.6. Nu de jury zelf heeft vastgesteld dat de ontwerpen van de andere drie deelnemers niet gerealiseerd zijn binnen de Massastudie, had zij deze ontwerpen wegens het niet voldoen aan de beoordelingscriteria buiten beschouwing moeten laten. Daaruit volgt dat de jury de ontwerpen niet had mogen beoordelen en de gemeente de voordracht van de jury niet had mogen overnemen 4.7. Dit klemt eens temeer, nu de jury over het ontwerp van eiseres stelt dat ‘de uitgangspunten van de massastudie en landschappelijke inpassing goed zijn vertaald en weergegeven, vooral door de fraaie doorkijk van het plein naar het achterliggende Leudal’ (onderdeel 5.3 van haar rapport) alsmede nu AvH nog specifiek heeft gevraagd naar de vertaling van de massastudie op bladzijde 50 van het Werkdocument Massastudie en Landschappelijke inpassing en het antwoord van de gemeente daarop zodanig was, dat AvH daaruit niet had kunnen opmaken c.q. daaruit kon dan wel mocht afleiden dat men zich niet aan de Massastudie had hoeven houden zoals bedoeld door gemeente. De rechtbank verwijst naar de onder 2 weergegeven vraag 12 in de Nota van Inlichtingen en het antwoord van de gemeente op die vraag. Voorts zij erop gewezen dat de Nota van Inlichtingen voorrang heeft op alle andere stukken. 4.8. Hetgeen door de gemeente thans ter verweer daarop heeft aangevoerd, kan haar niet baten, aangezien dit naar het oordeel van de rechtbank geen afbreuk doet aan hetgeen hiervoor is overwogen. Immers, uit de stellingen van de gemeente blijkt dat zij van mening is dat aan het eerste criterium is voldaan indien slechts een schriftelijke toelichting op het ontwerp in relatie tot de massastudie en de overigen randvoorwaarden is gegeven. Deze stelling vindt echter geen steun in de schriftelijke weergave van desbetreffend criterium sec, en al helemaal niet in samenhang gelezen met de overige relevante stukken. Ten aanzien van het tweede criterium komt de stelling van de gemeente erop neer dat alleen in het geval van cumulatief niet voldoen aan de genoemde drie aspecten, een ontwerp moet worden uitgesloten. Deze opvatting vindt geen steun in de schriftelijke weergave van het desbetreffend criterium alleen al, en ook niet in samenhang gelezen met de overige relevante stukken. 4.9. Met inachtneming van het vorenstaande worden de vorderingen van AvH toewijsbaar geacht. Indien en voor zover de gemeente alsnog tot gunning van de opdracht wenst over te gaan, zal zij deze dus opnieuw moeten aanbesteden conform de daarvoor geldende regels. 4.10. De gemeente zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van AvH worden begroot op: - dagvaarding 71,80 - vast recht EUR 254,00 - salaris procureur 816,00 Totaal EUR 1.141,80 5. De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. verbiedt de gemeente de aanbestedingsprocedure voort te zetten, 5.2. gebiedt de gemeente de onderhandelingen met de drie prijswinnaars met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden, 5.3. gebiedt de gemeente reeds genomen gunningsbesluiten in te trekken, 5.4. verbiedt de gemeente een gunningsbesluit te nemen, 5.5. verbiedt de gemeente op basis van een reeds genomen gunningsbesluit een overeenkomst te sluiten, 5.6. gebiedt de gemeente de onderhavige opdracht opnieuw aan te besteden, 5.7. veroordeelt de gemeente in de proceskosten, aan de zijde van AvH tot op heden begroot op EUR 1.141,80, 5.8. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. I.R.A. Timmermans-Vermeer en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2008.?